Veilig slapen

Baby algmeen

Pasgeboren baby’s slapen veel, heel veel. De eerste weken en maanden slapen ze daarom ook vaak op andere plekken dan het bedje of de wieg. Waar je baby ook slaapt, let er altijd op dat je kindje veilig ligt.

In Nederland hoor je de laatste jaren steeds minder over wiegendood. Gelukkig maar, want dat geeft aan dat we inmiddels steeds beter weten hoe wiegendood voorkomen kan worden. Helemaal voorkomen kun je het niet, maar door je baby zo veilig mogelijk te laten slapen, maak je de kans zo klein mogelijk.

Veilig slapen doe je zo:

Op de rug

Leg je baby altijd op de rug de slapen. Pas als je baby zelf goed om kan rollen (en weer zelf terug kan rollen!) is het geen probleem als hij op zijn zij of buik slaapt. De meeste baby’s beginnen met omrollen rond de 5 maanden, dus leg hem tot die tijd consequent op zijn rug. Rolt hij toch om? Leg hem dan terug.

Gebruik liever geen hulpmaterialen om je baby op zijn rug of zij te leggen. Uit Amerikaans onderzoek is gebleken dat dit een verhoogd risico op wiegendood heeft.

Bang dat je baby een afgeplat of scheef gegroeid hoofdje krijgt door de rugligging? Leg het hoofdje van je baby bij elk slaapje naar de ander kant. Als je baby toch naar één kant blijft draaien, schakel dan op tijd advies in van bijvoorbeeld het consultatiebureau of een kinderfysiotherapeut.

De eerste maanden bij jou op de kamer

Hoe dichter je bij je baby in de buurt bent, hoe eerder je kunt reageren. De kans op wiegendood wordt hierdoor stukken kleiner. Stichting Wiegendood adviseert zelfs om je baby de eerste 6 maanden bij je op de kamer te nemen. Na 6 maanden neemt de kans op wiegendood flink af. Een cosleeper is hierbij ideaal. Zo is je kindje heel dichtbij en ligt het toch veilig naast je.

Leeg bedje

Leg de eerste maanden geen knuffels in het wiegje of bedje. Gebruik ook geen stootranden of hulpmiddelen om je baby in een vaste slaappositie houden. Kijk uit met een mobiel boven het bedje.

Voorkom oververhitting

Kleed je baby niet te warm aan en hou de kamertemperatuur op zo’n 18 graden (15 tot 18 graden is het beste). Koude handjes en voetjes betekenen niet dat je baby het te koud heeft. Voor de juiste temperatuur kun je het beste met een vinger in de nek voelen. Is je baby klam? Dan is hij te warm aangekleed. Let ook op de TOG-waardes van de kleding en de slaapzak. Globaal kun je stellen: hoe hoger de waarde, hoe warmer.

De TOG-waardes:

  • Kamertemperatuur       > 24 °C                 :              0,5 TOG
  • Kamertemperatuur       > 21 °C                 :              1,0 TOG
  • Kamertemperatuur       > 18 °C                 :              2,0 TOG
  • Kamertemperatuur       > 16 °C                 :              2,5 TOG

Let op: ook een romper, pyjamaatje en dekentje hebben een TOG-waarde en tellen dus mee in de totale waarde. Dit biedt je ook de mogelijkheid om te variëren, want elk kind en elke dag is anders.

Kort opmaken of een slaapzak

Gebruik je de eerste maanden het liefst een dekentje? Maak dan het bedje zo kort mogelijk op. Het hoofdje ligt dan niet bovenaan in het bedje, maar de voetjes liggen tegen de onderkant. Op die manier kan je baby niet onder de dekens terecht komen.

Een slaapzak is een nog veiligere optie. Met een slaapzakje koelt je baby niet snel af, omdat hij zich niet kan loswoelen. Bovendien zijn er geen dekens in het bedje waar hij onder kan komen. Er zijn genoeg slaapzakjes te koop voor pasgeboren baby’s.

Wil je meer weten over wiegendood en wat je kunt doen om het te voorkomen? Kijk dan op de website van het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid voor meer informatie.